Op weg naar een afspraak belandde ik in een lunchroom – ja die bestaan nog – naast een gezelschap dames van een zekere leeftijd die daar genoten van een uitgebreide High Tea. Ik stak daar met mijn bestelling (uitsmijter ham) wat bleekjes tegen af maar de dames hadden geen oog voor mijn lunch want ze waren in een geanimeerd gesprek verwikkeld over de verworvenheden van de moderne tijd.
Een van hen had een smartphone op tafel gelegd en demonstreerde de mogelijkheden aan haar vriendinnen. Tijdens de demonstratie werd er veel ge-ooohd, ge-ojaaahd en ge-neeehhhd: soms op een toon van verwondering, soms van bewondering en soms ook van regelrechte veroordeling: dat kan toch echt niet… Er werd ook veel gelachen trouwens. Al in een vroeg stadium was een van de dames afgehaakt: ze keek verveeld om zich heen tot ze wat bitsig uitviel naar haar clubje: fakebook!
Ze had meteen alle aandacht, inclusief de mijne. Het eerste wat ik dacht: briljante vondst: facebook wordt fakebook, want wat is ‘echt’ op facebook? Welke informatie die gedeeld wordt is betrouwbaar, wie is zo gek om daar – over zichzelf – informatie te verschaffen waar zo eenvoudig misbruik van gemaakt kan worden, wie gaat daar op zoek naar ons bedrijf? En voor ik het wist draafde ik voort op die weg en nam ik mij één ding voor: account opzeggen, en wel direct bij thuiskomst.
Bij de afspraak zaten een lid van de directie, een jonge afdelingsmanager en de – eveneens jonge – manager HRM tegenover me die van mij wilden weten in hoeverre wij ondersteuning konden bieden aan het middenmanagement bij de uitrol van de nieuwe strategie van de organisatie. We verkenden het terrein en kwamen tot de slotsom dat ik een concreet voorstel zou uitwerken dat zou inzoomen op drie aspecten:
- het – in samenwerking met HRM – maken van een draaiboek voor implementatie
- het coachen van de middenmanagers om implementatie waar te maken
- het – in overleg met dat middenmanagement – verzorgen van workshops voor de medewerkers
Op de valreep vertelde ik dat verhaal over de lunchroom en de conclusie die ik voor mezelf getrokken had. Mijn gesprekspartners keken elkaar aan en glimlachten vriendelijk naar mij. De manager nam het woord en zei: weet je eigenlijk hoe wij jullie gevonden hebben? Nee, ik had geen idee, maar ik veronderstelde mond-tot-mond reclame, want we doen nauwelijks aan adverteren. We vonden je via facebook, en van daaruit kwamen we op jullie website uit. Ik moet wel erg dom gekeken hebben, want de glimlach werd een gulle lach en daarmee was de bijeenkomst voorbij.
Thuisgekomen googelde ik op fakebook, en bemerkte ik tot mijn verbazing dat ik werd toegeleid naar facebook! Ik moest denken aan de inmiddels fameuze uitspraak van Louis van Gaal: zijn zij nou zo slim of ben ik nou zo dom? Had ik nu maar beter (af-)geluisterd tijdens de lunch, want wat had die mevrouw bedoeld met haar uitroep eigenlijk: was zij net zo dom als ik, of was ze gewoon heel goed op de hoogte?
Wat ik geleerd heb van die jonge middenmanager? Dat er meer manieren zijn om informatie op te halen en dat mijn blik op de digitale wereld aan herziening toe is.